Zondag 14 juni 2015: Tofino - Vancouver

Vandaag sliepen we uit (9 uur) want we hebben genoeg ruimte voor de dingen die we vandaag willen gaan doen. Op de campground zit een Starbucks gevestigd toevallig dus jullie raden vast al waar we mee ontbijten...! Juist een lekkere mocha frappucino en een Iced Latte Caramel met muffins erbij. Smaakte weer goed. Toen was het tijd om, met pijn in ons hart, de laatste spullen te dumpen. Afscheid van onze BBQ was toch wel zwaar. Hopelijk heeft iemand anders er ook net zoveel plezier van. Het einde is er dan echt.

Hierna reden we Tofino uit, weer via de zelfde snelweg die we gisteren ook hadden gereden maar ditmaal met wat andere stops. Als eerste reden we een hal uurtje alvorens we een stopte maakte voor een hike. De Rainforest trail scheen leuk te zijn dus deze wilde we wel eens uit proberen. Er waren twee verschillende loops en wij kozen voor loop B.

Deze begon op de rechterzijde van de parkeerplaats en we kwamen hier bij houten burggen uit. We liepen 2 km en kwamen langs mooie boomen, wederom vol met mos. Er waren verschillende bordjes met informatie over het lokale ecosysteem. Er waren wat op- en afdalingen en we kwamen langs wat prachtige viewpoints. Leuk om deze wandeling als laatste hike te hebben gedaan!

Daarna gingen we verder met onze reis en maakte een stop bijWickaninnish Beach om daar zeesterren te bekijken, die hier zouden zitten. We hebben echter geen enkele gespot! John kwam het strand niet op want door het zand lopen was niet prettig voor zijn knie. Dan maar vanaf de boomstammen de surfers bekijken en even chillen. Prima stop!

We hadden voor vanavond de laatste boot terug gereserveerd naar Vancouver maar omdat we rond 13 uur eigenlijk meer zin hadden om wat eerder aan te komen bij onze campground waagden we het er op en reden we in een ruk terug naar Nanaimo om te zien of we misschien een boot eerder konden halen, ook al hadden we gereserveerd. Onderweg, voor de laatste keer, genoten van de natuur tijdens onze autorit met een gezellig muziekje erbij. Wat zullen we dit missen! Dit soort uitzichten heb je in Nederland niet. Wederom een land waar we wel naar toe zouden willen verhuizen ;-).

In Nanaimo aangekomen reden we snel naar de baai. Er was een aardige manier aan de ticket counter en het was geen enkel probleem om de boot van 5.20 pm te nemen. Mooi! Aan boort hebben we een lekker softijsje gehaald die we op het sundeck, al zonnend, hebben opgegeten. Jacq was vergeten lepeltjes mee te nemen en geen van beiden had zin om terug naar beneden te lopen dus dat was nog wel een uitdaging (het ijsje zat in een bekertje). Maar het is ons gelukt!

Uitzicht vanaf de boot was ook niet vervelend.

Rond 8 uur kwamen we aan bij onze campground en we hadden in onze reservering helemaal geen site number staan. Ook was de check in al dicht. Shit, waar moeten we dan staan? We reden de campground op en zagen dat ongeveer 1/5 vd plekken bezet was dus we hebben hem maar ergens neergezet. Snel een bezem en dweil door de RV en we konden aan onze laatste maaltijd beginnen.

Helaas geen mogelijkheid tot een kampvuurtje dus des te blijer dat we daar gister nog goed gebruik van hebben gemaakt. Wel een mooie zonsondergang gezien.

Dit was alweer het één na laatste verhaaltje want vandaag vliegen we terug naar Nederland, we schrijven dit dan ook vanaf de airport... jammer hoor!

Zaterdag 13 juni 2015: Stamp River Provincial Park - Tofino

Nadat we wakker waren gevloten door de vogels verlieten we onze -back to nature- campsite in het bos en zagen we onderweg nog een bambi voorbij hupsen, leuk gezicht zeg! De trip van vandaag ging naar Tofino, een mooi surfersplaatsje aan de andere kant van Vancouver Island. We reden over, nog een, prachtige snel weg door Pacific Rim N.P. en kwamen ondertussen een leuk meer, genaamd Sproat Lake, tegen waar we uitgestapt zijn en een stukje gewandeld hebben.

De wandeling was een mooie route langs het meer en bracht ons naar een aantal prehistorische petroglyphen. Voor ons was het even zoeken voordat we ze hadden gevonden, we waren wat rotsen opgeklommen en andere weggetjes in geslagen maar zagen ze maar niet. Op een gegeven moment zagen we andere mensen een pier op lopen en, simpel als we ons voelden na ons onnodige zoektocht, waren ze hier in volle glorie te zien. Op de pier konden we deze petroglyphen, genaamd K’ak’awin, bekijken. Deze worden beschouwd als één van de beste in British Columbia. Er is weinig bekend over deze petroglyphen, maar het is niet moeilijk om je te in te denken dat deze figuren oude mysterieuze monsters uit het meer voor zouden moeten stellen.

Onze weg ging voort en de bochten werden steeds krapper en de helling steeds steiler. Spannend ritje met volle concentratie van de bestuurderskant. Gelukkig waren en voldoend passing-lanes waar de slow vehicles plaats konden maken voor de snellere auto’s. Wel jammer dat sommige camperbestuurders zonder hier aandacht aan te besteden gewoon voorbij rijden, zo hebben we wel drie kwartier achter een super slome camper moeten rijden. Op een gegeven moment waren we dat zo zat dat we de eerste de beste afslag insloegen. Verrassend genoeg hadden we dit niet beter kunnen uitkienen! We kwamen hierdoor aan bij Kennedy Lake en hebben ons hier wel twee tot drie uur vermaakt. Jacq lekker in het zonnetje van het fenomenale uitzicht aan het genieten en John pakte snel zijn hengel erbij. Wat een genot.

Toen we door reden richting Tofino was het alweer drie uur en we hadden nog niets gelunched, al ons brood was op en er was in de wijdte of breedte geen eettentje of tankstation te bekennen. Gelukkig hadden we nog wat verse kersen over uit Okanogan Valley dus konden we deze op peuzelen. Ook goed!

Jacq sloop even het Visitor’s Centre binnen bij Uccluelet en gelukkig bleek de South Beach Trail open te zijn. Een andere trail daar vlakbij was namelijk gesloten vanwege een sterke verhoogde kans op een bear encounter. Wel een heel boekje meegekregen over wat we moesten doen als we dan toch die beer tegen kwamen. In ieder geval niet wegrennen omdat de beer toch sneller rent… laatste optie was terug vechten; unieke ervaring denken we dan maar?!

De Soutch Beach trail begon net achter het Wickaninnish Interpretive Centre aan de zuidkant van Long Beach. De trail doet ons eindigen op een klein zanderig strandje die door velen is benoemd als één van de prachtigste stranden in Pacific Rim N.P.

Op South Beach zie je grote golven continue door de smalle rots wanden zich proberen te worstelen en uit eindelijk de kust op botsen met een dendering die je onder je voeten kunt voelen als je wat verder op het strand staat.

Omdat we hier als enige waren zijn we hier nog een tijdje gebleven. Ook hebben we een leuk trucje uitgeprobeerd, zie de foto hieronder ;-).

Het was vijf uur toen we weg reden van de parking lot en dat deed ons besluiten naar de nieuwe campground, Crystal Cove, te rijden. Hier hebben we onze unit neer gezet en kregen we nog een complimentje. We vergeten het steeds in de blog te vermelden maar overal waar we komen zegt iemand wel iets over onze camper. Het is namelijk een Mercedes Winnebago en blijkbaar is dit een ferrari onder de campers! Op het tankstation gapen mensen hem aan en schreuwen dan net als onze buur-kampereerders zeggen ‘nice unit’, ‘nice ride’, ‘awesome rv’ etc. Wel geinig!!!

Na een drankje belden we de taxi want het was nog een uurtje lopen om vanuit onze campground bij het stadje te komen. De taxi-chauffeur zette ons af bij, volgens hem, het beste restaurant van Tofino. En we moeten hem meegeven: het was verrukkelijk! Als vooraf hadden we licht gegaarde tonijn en als hoofdgerecht had Jacq een wilde zalmfilet op een risotto met garnaaltjes en John een 8 oz rib-eye steak met potatowedges en groenten. Al het vis kwam zo uit de oceaan en was daardoor super vers en verrukkelijk! We zaten lekker op het terras en konden hierdoor uitkijken op de zee en de bergen. Magnifiek. Een top etentje vonden we!

Daarna zijn we nog even kort door het stadje gelopen en zijn we in een uurtje terug gelopen naar onze campground. Hier hebben we ons allerlaatste vuurtje gemaakt en een begin gemaakt aan het inpakken van de koffer *snik*. Nog 1 volle dag!

Vrijdag 12 juni 2015: Victoria - Stamp River Provincial Park

Ook deze dag begon met een ontbijtje bij Timmy (heeft onze goedkeuring! ;-)) en we reden met de camper richting Victoria-stad. Na een paar parkings voorbij te zijn gereden (want overal stond no RV-parking) konden we uiteindelijk terecht en hebben we de camper middels een stijl weggetje naar beneden gekregen en netjes tegen een muurtje aan geparkeerd, we waren best trots! We betaalden 11 CAD voor 5 uur parkeren, is weer eens wat anders dan Amsterdam.

Daarna zetten we koers richting Springtide Whalewatchers want uiteraard was vandaag de dag aangebroken hiervoor! Keurig om half tien liepen we binnen, konden we ons in checken nog een laatste keer naar het toilet. Je kon middels een soort van schip of middels een zodiac de walvissen gaan zoeken. Wij kozen direct voor de zodiac! Er stond zelfs bij: for real thrill seekers. Dat beloofd hopelijk wat… :-D!

Rond tien uur kregen we apenpakkie aan, wat wel lekker warm was. En konden we aan boort. Snel voor in want we weten wel van scubadiving dat voor de beste plek is als je fun wilt hebben! (Als je snel misselijk bent en liever rustig vaart kan je beter achterin zitten…)

We hadden alvast ons zonnebrillen opgezet tegen het zoute water wat in je gezicht spetterden en we keken erg uit naar de komende drie uur. Hopelijk zouden we wat gaan zien!

Nadat we met 5 km/u de haven uit waren gevaren ging het plank gas! Lekker joelen en met de golven mee deinsen en dit was al een avontuur op zich! Na ongeveer een half uurtje kwamen we bij wat rotsen aan waar we een soort van ‘duikvogels’ spotten die daar met zn allen opzitten en vanaf springen zodat ze dieper kunnen duiken. Ook hebben ze een speciaal soort veren die sneller drogen.

Daar gelijk naast zagen we ook de eerste zeehonden. Die lagen ook lekker te chillen in het zonnetje! Hier hebben we een tijdje rondgedobberd totdat de kapitein het welletjes vond en we verder de oceaan op gingen.

En dat ging HARD! Jeetjemina, we zeiden nog tegen elkaar; als we de walvissen niet spotten was dit ritje het opzich al waard! Wat kicken zeg. JIEHAAAAA!!!! We vonden het zelfs jammer dat hij bij de héle grote golven zelfs vaart minderde (maar ik denk dat wij de enige waren die dat jammer vonden). Al die golven en dat gewiebel hadden alleen wel een zeker invloed op onze blaas.

We waren anderhalf uur verder en hadden nog steeds geen walvissen gezien, ook bij de andere boten waren er nog geen hits. Dan nog maar een poosje zelf spotten of we iets zagen. We dachten een paar keer iets te zien maar dan waren we heel enthousiast en bleek het later een golf te zijn. Dan voel je je een beetje stom.

En toen, uit het niets, hoorden we dat er een … gespot was. SNEL, daar heen!!! Die kickback van de golven kletste wel op je rug zeg, we snapten gelijk waarom je dit niet mocht doen als je spinal injuries had. Maar daar krijg je dan ook wel wat voor terug, daar was hij dan. Machtig om te zien. Hij kwam een paar keer boven en dan weer een duik naar onder waarbij je zn vin mooi kon zien.

Nadat we genoeg hadden gezien van de walvis gingen we nog naar een eilandje die bekend staat om zijn vuurtoren en zeeleeuwen, die lagen in vol ornaat op de rotsen. Die kenden we nog van Pier 39 in de haven van San Fransisco!

We hadden bovendien nog een goede spotter aan boord want die wees onze op de bald eagles die boven de rotsen vlogen. Vet, de eerste roofvogels die we deze vakantie spotte!

Wij vonden het inmiddels hoog tijd om terug te keren naar de haven want we moesten allebei ongelofelijk nodig naar de WC, zelfs zo nodig dat John een paar keer getwijfeld had om te vragen of hij van de achterkant van de boot kon plassen en Jacq had bíjna gevraagd of ze dat eiland met die vuurtoren niet op kon. Elke minuut leek wel een uur te duren en we konden niet meer genieten van de rest van de trip. Elke houding was onverdragelijk en de golven hielpen niet mee! Tot onze grote spijt (dat ga je niet geloven) spotte wij twee zelf op de terugweg nóg een walvis. Wat wilden dat we dit niet gezegd hadden want daardoor bleven we hier ook nog een tijd rond dobberen, èn we moesten al zo nodig.

EIN-DE-LIJK gingen we weer terug naar de haven *niet aan plassen denken* *niet er aan denken* *niet er aan denken* en tot overmaat van ramp ging het ook nog 5 km/u het laatste stukje.

Jacq had haar apenpakkie al half uitgetrokken voordat we de oever bereikte en John was ook al aardgi bezig, ik denk dat we nog nooit zó snel gevlogen waren. En dan waren de toiletten ook nog zo ver (we meosten helemaal voorbij het parkeerterrein en dan nog twee trappen op en een straat over steken). John had moeite de broekspijpen van zijn apnepakkie uit te krijgen want hij kon inmiddels niet meer bukken door zijn volle blaas. Jacq was bijna in staat om tussen de auto’s te hurken maar kon gelukkig net het restaurantje aan de haven met gekruisde benen binnen rennen (de trappen en oversteken zou te ver gaan).

Goed dat laatste was een avontuur waar we nu, ook nu we dit opschrijven, erg om kunnen lachen. We zullen alleen niet zo snel meer een boottour van 3 uur nemen waar geen toilet aanwezig is ;-).

Toen we weer een beetje mens waren besloten we de haven in te lopen voor de, zo schijnt, beste Fish ‘nd Chips van Victoria. Er stond een hele rij mensen! Dat werd even de parkeermeter aanvullen.

Het smaakte ons goed en we aten gezellig aan de haven. Dat mag ook wel want we konden 35 CAD neertellen voor 1 cola en 2 heilbotjes met patat, pfiew duurste frietje ooit.

Nadat onze buikjes vol waren was het inmiddels half drie en reden we Victoria uit. Via highway 1 reden we door het bosrijke gebied ten noorden van Victoria. Een mooie stop was het uitzichtpunt Malahat Summit, compleet met uitzicht op zee en bergen met sneeuw.

We reden door een mooie lieflijke streek, ehel groen, met zelfs af en toe wijngaarden en regelmatig zicht op hoge bergen. We zijn nog snel een winery ingestapt voor een lekker flesje Pinot Gris.

In Duncan, bekend voor de totems, zijn we niet gestopt maar slechts doorgereden, we wilden ook niet te laat bij onze campground aankomen. Bij het station stonden wat totems, zo hebben we er toch wat van mee gekregen.

In Chemainus parkeerden we de auto en wandelden we door het plaatsje. Chemainus staat bekend om zijn mooie muurschilderingen. De winkeltjes zien er ook heel grappig uit. We brengen een bezoekje aan “Utopia” de Nederlandse bakkerij van Kees en laten een sprits, kletskop, Snickerydoodle en Nanaimobar inpakken voor ’s avonds. We kochten nog een ijsje want het was inmiddels al weer aardig warm geworden.

Daarna reden we in één ruk door naar de campground in het Stamp River Provincial Park, hier hadden we weer een grandioos plekje aan het rivier waar John weer kon vissen. We hadden als avondeten een combi van BBQ en pasta en zetten voor één van de laatste keren het vuurtje weer aan.. nog maar 2 volle dagen!

Donderdag 12 juni 2015: Victoria

Vandaag begonnen en deden we rustig want we hadden de hele dag om het stadje Victoria te verkennen (in die veronderstelling waren we tenminste…). Nadat we rond 10 uur klaar voor vertrek waren kwam John er achter dat hij een voicemail had. Maar even afluisteren want we hadden geen idee wie of wat dat kon zijn. “Dear sir, madam, this Springtide whale watchingtours, we’re waiting for you for your booked whale watching trip, you should have been here at 9.30 but we’re able to keep the boat till 10 am.” SHITTTTTTTT, hoe kan dit nou?! Ook al zouden we 10 uur nooit meer redden toch maar snel terugbellen! Wij waren namelijk sterk in de veronderstelling dat we morgen pas zouden… telefonisch kwamen we erachter dat we daadwerkelijk voor de 11e geboekt hadden…… oneeeeee…. “What happens now, can we stil on another trip”? mevrouwtje keek even in haar PC ofzo en gaf vervolgens aan dat we ’s middags of morgen nog mee konden met een trip, whatever we would like. “There’s only a cancellation fee of $50,- if you don’t come on a trip without a 24-hours notice.” –f*ck- “Though you sound like you’re truly mistaken so we don’t charge you this time”. Pfiew, dat is nog een gelukje. (Weer dat Zondagskind, Els ;-)). So tomorrow it will be!

We liepen vanaf onze campground naar de bushalte en kochten daar een dagpas en voordat we de bus instapten ontbeten we bij Timmy met een lekkere iced coffee en dit keer een lemon muffin. De bus deed er een kwartier over om ons in de stad Victoria te brengen. De kalme sfeer in deze stad, waarvan men zegt dat deze doet denken aan een badplaats in lang vervlogen tijden, wordt nu versterkt door de overvloed aan bloemen waarmee de vernsterbanken, lantaarnpalen en etalages worden versierd.

We bekeken we snel de plattegrond en liepen als eerste door Fort St, de grootste winkelstraat, richting Chinatown. Bij Chinatown aangekomen kwamen de Aziatische geuren van wierook en daarbij horende herinneringen aan Thailand en Vietnam onze neusgaten binnen gedrongen. Leuk weetje: Chinatown in Victoria is, op San Francisco, de oudste Chinatown in Noord-Amerika. Maar het was zeker niet de grootste, we denken dat het 1 lange straat en in totaal twee blokken groot was?

Tijdens een wandeling langs de Inner Harbour passeerden we een groot deel van de bezienswaardigheden van de stad, zoals het Royal British Columbia Museum dat een beeld schetst van de geologie van de inheemse bevolking van deze streek. Twee laat 19de-eeuwse gebouen springen vervolgens direct in het oog: het Fairmont Empress Hotel en de Parliament Buildings. Ze werden ontworpen door de achitect Francis Rattenbury. Bij de laatste aangekomen namen we wat tijd voor onszelf om bij te komen van het wandelen en mensen te kijken. Wat heel grappig is, zo zagen we twee Chineesjes een panorama foto maken waar de gefotografeerde aan het begin vd panorama snel weg rende om vervolgens op het einde weer tevoorschijn te komen. Jacq wilde dit ook wel uitproberen maar John vond dit niet zo’n goed idee ;-).

We wierpen nog een blik ín Parliamant Buildings met de vele indrukwekkende koepels. De geschiedenis van British Columbia komt hier aan de orde. Op de centrale koepel staat een beeld van kapitein George Vancouver en ook muurschilderingen besteden aandacht aan het verleden. We zetten onze zelfverzonnen stadstour door naar Thunderbird Park. Dit niet al te grote park beziet een collectie totempalen. De motieven op de totempalen zijn ontleend aan de legenden van de stammen die oorspronkelijk de Noord-Westelijke kust van Canada bewoonden. Niet zo denderend in onze ogen.

Het was inmiddels vroeg in de middag en we wilden ook nog wel een kijkje nemen in Beacon Hill Park. Het 74,6 ha grote park was een van de lievelingsplekken van kunstenares Emily Carr. Er staan zeldzame eiken waarvan sommige ouder zijn dan 400 jaar! Ook hadden we in het information centre gehoord dat hier pauwen rond lopen wat Jacq wel graag met haar eigen ogen wilde zien. Omdat John last begon te krijgen van zijn knie na het gewandel zijn we alleen een klein stukje het begin van het park in gegaan waar we op een partij rotsen van het uitzicht hebben genoten.

Nu was de tijd aangebroken voor een welverdiend terrasje! Op het tafeltje naast ons was een ouder echtpaar geinterreseerd waar we vandaan kwamen en hoe onze reis eruit zag. Zij kwamen zelf uit Toronto en hadden een cruise naar Alaska gemaakt ‘which was quite amazing’. We hebben een tijdje gezellig met ze gekletst voordat zij hun bus moesten halen die hen terug naar de cruise zou brengen. Voordat ze vertrokken wenste de man ons nog een fijne reis en hij hoopte dat we een goed beeld van Canada en de friendlyness van de bevolking hadden. Nou, het eerste hopen we wel na alles wat we hebben gezien maar dat laatste hebben we zeker. We blijven maar tegen elkaar zeggen hoe vriendelijk de mensen zijn.

Na het terrasje kochten we een souvenirtje, namelijk een ‘license plate’ want dat vonden we na onze camper roadtrip wel een toepasselijk aandenken aan heel wat onvergetelijke momenten! Die zal een mooi plekje in de woonkamer krijgen. Hierna liepen we richting Fisherman’s Wharf want hier, hoe kan het ook anders, zat de beste sushi-tent van Victoria. We kozen voor vier special rolls en aten zeer smakelijk.

Na het eten hebben we op Fisherman’s Wharf rond gelopen en zagen we nog een aantal Seels, een aantal mensen voerden deze beesten en daardoor kwamen ze steeds naar boven. Hier hebben we een tijdje staan kijken.

We wilden graag met de water-taxi terug naar onze campground maar wegens de harde windstoten bleek deze route niet te gaan… chips! Dat werd dus weer een busritje. Op goed vertrouwen bleven we bij de eerste de beste bushalte staan, die naar onze mening de goede kant op zou gaan (er was nergens een dienstregeling te vinden), en na een kwartier kwam de bus aan. De buschauffeur bevestigde inderdaad dat deze richting down-town ging en van daaruit konden we de oude vertrouwde bus 15 terug nemen.

Omdat het zo hard waaide (34 km/p/u) was het buiten niet uit te houden dus hebben we binnen aan onze tafel gezellig een spelletje erbij gepakt. Voor het eerst waagde we ons aan Phase 10 Master, wat best vermakelijk was! (Kent iemand dit spel?).

Woensdag 10 juni 2015: Olympic N.P. - Victoria

… and back again!

De tweede en tevens laatste dag die we in de states zouden doorbrengen was aangebroken. We hadden vandaag wel iets èchts leuks op de planning staan. Om 5.20 PM zou onze ferry richting Vancouver Island gaan en we moesten om 4.20 PM daarom terug zijn in Port Angeles, dat gaf ons bijna een volledige dag in Olympic. We besloten ’s ochtends het stadje Forks bezoeken.

Vanaf onze campground was het ongeveer een uurtje door Olympic rijden voordat we er waren. We reden door de prachtige landschappen langs Lake Crescent, wat ook weer een pareltje was om te zien. Het was weer zo’n kronkelig weggetje vlák langs het meer dus is het altijd oppassen geblazen, even niet opletten of een verkeerde beweging en je ligt in de afgrond. Het uitzicht was weer fantastisch!

Forks is ook wel bekend van de diverse ‘Twilight’-boeken en bijbehorende verfilmingen. Voor de niet-kenners dit is een erg bekend trilogie liefdesverhaal over een mortal-meisje die verliefd wordt op een vampier (vandaar de angst voor vampieren twee dagen geleden ;-)). Super leuk!

Eénmaal in Forks aangekomen wisten we niet zo goed waar we moesten beginnen dus reden we direct naar het Visitor Information Centre om wat informatie op te halen. Dit was echt super grappig, helemaal in het teken van Twiligh gezet (tuurlijk, wij zouden het ook uitbuiten waar het kon J).

Binnen gaven ze ons een soort van ‘map’ met een kleine plattegrond van het stadje en de locatie van de verschillende twilight-point-of-interests, ze vroegen uiteraard nog wie onze favorite character was (uhhhmmm, Jacob?!) en we mochten zelfs op de foto met de papieren op maat gemaakte karakters; ‘no thanks, we’re fine…’. Hartstikke handig; vlak voordat we vertrokken schoot de dame Jacq nog even aan en gaf een visite kaartje van dr. Cullen, ‘in case you get turned during your tour you can always call Carlisle Cullen’. Trots liet Jacq het kaartje aan John zien.

De tour was goed te doen met de RV, Forks is eigenlijk een heel rustig stadje dus we konden overal zonder problemen stoppen en er is in het hele plaatsje maar 1 stoplicht te vinden. Bij het visitor’s centre kwamen we gelijk al Bella’s truck tegen die ook maar op de foto ging (je bent toerist of je bent het niet ;-)).

Vanuit het Visitor’s centre reden we naar Swan House, Dr. Cullens parking space bij Forks Community Hospital, Forks High School, Police Station, Cullen’s House, La Push en Jacobs huis. Onwijs geestig om dit allemaal in het echt te aan schouwen zo hebben we ons wel een tijdje vermaakt, zie hieronder de momenten die we hebben vereeuwigd:

Swan House

Forks Community Hospital

High School

Cullen’s House

La Push

Jacob’s House

Voordat we naar La Push reden zijn we in Forks gestopt om een lekkere sandwich bij de Subway te gaan halen die we vervolgens op het strand hebben opgegeten, het was inmiddels alweer twaalf uur en we hadden wel wat trek. En waar kan je beter van een broodje genieten dan op een boomstam op het strand?! ;-)

Terug rijdend vanuit Forks richting Port Angels besloten we nog wat dieper de bossen in te gaan en hebben we een trail van ongeveer een uurtje gelopen en hebben we twee watervallen bezocht; de Marymere Falls en Madison Falls. We vinden dit een bijzonder bos, sprookjesachtig te noemen (we snappen waarom Stephanie Meyer deze locatie heeft uitgekozen voor haar verhalen), overal staan bomen (duh) en varens, maar wat het zo bijzonder maakt is dat de boomstammen bedekt zijn met mos. We moeten nog een keer uitzoeken hoe dat mogelijk is!

De watervallen zijn anders dan eerdere die we deze vakantie gezien hebben, sowieso minder krachtig. Het zijn kleine ‘straaltjes’ water die vervolgens verdeeld worden over een groter oppervlakte. De foto’s laten helaas de pracht en de betovering niet goed uitkomen.

Marymere falls

Madison falls

Inmiddels was het tijd om naar de haven te gaan, ruim anderhalf uur voor vertrek konden we onze camper in de rij voor vertrek plaatsen. Omdat we nog een tijdje moesten wachten besloten we wat in de haven rond te wandelen. We hebben een verrukkelijk ijsje bij Dairy Queen gegeten en zijn een oud boekwinkeltje in gegaan, zo vloog de tijd weer voorbij. De boottocht verliep prima en de douane ging, in tegenstellling tot eergister, onwijs snel. Enige wat we moesten laten zien was ons paspoort en we konden doorrijden naar onze nieuwe campground welke 10 minuutjes van het centrum af lag (wel aan de andere kant van het water).

Nadat we weer gesettled waren liepen we naar de oever om, hoe decadent kan het, een water taxi te pakken naar de overkant waar het stadje is.

We kwamen binnen op Fisherman’s Wharf en zijn toen hard op zoek gegaan naar een tentje om te eten. Het was inmiddels 9 uur ’s avonds en letterlijk alles (wat er een beetje ok uitzag) was al dicht…. Uiteindelijk belandden we daarom bij de gele M. Jammer maar wel lekker.

Met een prachtige zonsondergang en bijbehorende lichtval liepen we richting de bus (de water-taxi’s vaarden maar tot 9u) om binnen 45 minuten home sweet home te kunnen zijn.

Dinsdag 9 juni 2015: North Cascades N.P. - Olympic N.P.

Onze eerste volle dag in Amerika was aangebroken en die zouden we besteden in onder andere de wereldstad: Seattle! Het begon wat onrustig want Jacq was gisteravond voornemens om vanochtend in North Cascades NP nog een korte hike te gaan lopen voordat we richting de stad gingen. We hadden alleen de wekker niet aangedaan, oeps! Hierdoor werden we pas om 8 uur wakker en kon de hike niet meer doorgaan. Het was zelfs haasten geblazen want we hadden namelijk om 11.30 een tour door de Boeijng fabriek geboekt.

Het was zo’n twee uur rijden naar de Boeing fabriek en een race tegen de klok – gelukkig hebben we Tom ingehaald en kwamen we op tijd aan. Hier bleek dat ze de kaartjes helemaal niet op Tuesday hadden staan maar op Thursday (blijkbaar hebben ze dat telefonisch niet goed verstaan?) – gelukkig mochten we van de lieve meneer achter de kassa alsnog om 12 uur met een tour mee.

De tour duurde zo’n 90 minuten en we werden met een busje naar de Boeingfabriek gereden. Hier kregen we – al wandelend door de fabriek – allerlei informatie over hoe Boeing was ontstaan, wat de verschillen tussen de Boeings was, wat zo’n vliegtuig nou eigenlijk kost, etc. Best interessant dus! Wisten jullie dat ze 3 maanden doen om zo’n vliegtuig te bouwen en deze dan zo’n 360 miljoen dollar is? Je mag zelf kiezen wat voor motor er op komt en ook hoe je hem geverfd wil hebben. De meeste bedrijven kiezen er alleen voor om zo min mogelijk patroontjes er op te laten beschilderen. Want: hoe meer paint, hoe meer fuel kosten, want paint = heavy.

Vanuit Everett, waar de Boeing-fabriek staat, reden we in een half uurtje richting Seattle. Jacq vond ’t wel stoer achter het stuur te zitten in zo’n huge RV op de highway richting een wereldstad. De main spot die we vandaag eigenlijk wilde bekijken was de Space Needle – we hoefden er alleen niet op. Toen we vanaf een toegangsweg al een heel mooi beeld hadden op de Needle besloten we onze reis elders voort te zetten want we zagen het achteraf toch niet zo zitten om met die camper door de stad te rijden (moet je voorstellen dat je met een RV/caravan door Amsterdam rijdt…)

We reden richting Olympic N.P., een nationaal park, dit keer in Washington (USA). Hier hadden we voor gekozen omdat we namelijk onze laatste dagen van de vakantie op Vancouver Island wilde spenderen en je vanaf Port Angeles (in Olympic) met de boot naar Vancouver Island kan. Alleen was het nog niet zo gemakkelijk om in Olympic te komen vanuit Seattle, ook ditmaal werden we via een ferry naar Kingston gebracht. We pasten nét niet meer op de ferry en zagen hem net voor onze neus wegrijden… bummer! Dan maar wachten op de volgende; die ging een half uurtje later boarden. We liepen snel de Indian Restaurant binnen en kozen voor twee salades en een of ander warm Indiaas gerechtje die we op de ferry hebben opgegeten als zijnde onze lunch.

Vanuit Kingston moesten we nog over een lange brug en na twee uur kwamen we aan in Olympic. Halverwege het park stopten we bij een campground om ons, nu dagelijkse, ritueel te beginnen: vuurtje aan, campingstoeltjes uitgelapt, lekker drankje er bij en ontspannen maar. Life’s good!

Maandag 8 juni 2015: Lake Country - North Cascades N.P.

Weer wakker wordend met een stralend zonnetje begonnen wij ons klaar te maken voor de dag. We hadden redelijk uitgeslapen want we gingen rond 8 uur ons bed uit. We hadden zin in vandaag want we zouden vandaag de grens oversteken en voor de tweede keer onze voet op de Amerikaanse bodem zetten, altijd leuk natuurlijk!

Maar voordat het zo ver was hadden we nog een mooie route in het verschiet, we reden namelijk via Okanagon Valley richting de border. Okanagon staat bekend om, zo hebben wij gisteren al ervaren, enorme hoeveelheid aan wijngaarden (al het Canadese wijn komt voornamelijk uit deze regio), de fruit- en groenteteelt en de zanderige stranden. Een hele andere, maar ook zeer leuke, trip dus!

Vanuit Lake Country volgden wij de weg naar Osoyoos (bij de grens) via Peachland, Summerland, Penticton en Oliver. Een uurtje na vertrek kwamen we aan bij Peachland, een prachtig kustplaatsje (met maar 1 grote straat dus ook super klein) waar we uitgestapt zijn om op het terras in het zonnetje van een ice coffee met een muffin te kunnen genieten. Wat een weer! Het was nog geen 11 uur en het was al 32 graden.

Hierna reden we door naar Summerland. In dit sfeervolle plaatsje aan een meer staan veel 19e-eeuwse gebouwen. Vanaf de top van Giant’s Head Mountain zou je een mooi uitzicht hebben op het plaatsje. Na wat rondjes te hebben gereden in dit, ook al zo kleine, plaatsje vonden we eindelijk de toegangsweg. Hij werd steeds steiler en de motor van onze RV begon al te pruttelen… we durfden het niet aan om nog steiler en kronkeliger omhoog te rijden dus maakten weer rechtsomkeert. Better safe than sorry in dit geval ;-).

Na nog een half uurtje kwamen we, inmiddels was het alweer twee uur, aan in Penticton. Dit zonnige plaatsje heeft veel te bieden: Het prachtige Okanagan beach waar mensen kunnen windsurfen, rondleidingen in wijnhuizen als je dat wilt, een mooie rozentuin en meer. We hebben hier een tijdje rond gelopen over de mooie boulevard, we waanden ons met deze temperaturen zo in een Zuid-Europees land! Inmiddels tikte de thermometer al 38 graden aan en Jacq heeft het water even uitgeprobeerd (dit was al een stuk warmer in Lake Country, heerlijk!)

Omdat we inmiddels wat trek hadden gekregen besloten we Tim Hortons (Timmy, toch Robert-Jan?) uit te proberen voor de lunch. John koos een of andere kip-sandwich menu met Cola en een donut en Jacq nam een tosti.

Vanuit Penticton gingen we via Highway 97 op weg naar Osoyoos. Dit is een beetje langere, maar veel mooiere route. Tussen Penticton en Osoyoos waren er weer enkele plekjes te bezichtigen. We merkten onderweg dat het klimaat droger is en de bergen niet meer zo bebost zijn, een zeer uniek klimaat. We passeerden Oliver, een leuk stadje met veel fruitbomen en vers fruit dat te koop staat langs de wegen. Hier zijn we even gestopt om wat verse kersen te kopen. Leuk weetje: Dit gezellige stadje ligt dus in de regio met het enige woestijngebied in Canada, wel interessant om te zien.

Dan vanuit Oliver zijn we middels een wijnroute meer naar het zuiden gereden en kwamen we uiteindelijk uit in Osoyoos. On the route zijn we bij twee wijnhuizen uitgestapt om twee goede wijnen te kopen. We wisten inmiddels hoe dit werkte ;-). Bij beide huizen kozen we ervoor (Jacq alleen want John reed) de witte wijnen te proeven en hebben twee heerlijke flessen uitgekozen.

Inmiddels was het 4 uur en 41 graden (wij blij dat we toch nog wat korte broeken hadden meegenomen) en kwamen we aan bij de grens. Snel de tax-free shop ingedoken voor een lekkere aftershave lotion voor John (Aqua di Gio), en nog wat bier, dit was weer op.

En toen...

Eenmaal bij de grenscontrole aangekomen begon een avontuur an sich. Bij het eerste hokje vroeg een man ons of we melkproducten en/of alcohol/tabak bij ons hadden. Braaf antwoordde John dat we een aantal flessen wijn, wat groente en fruit hadden. “Ok, can I have your passports and ESTA?” “Esta? Oops!”. We werden gevraagd om de RV aan de kant te zetten voor inspectie. Een klein maar gevaarlijk uitziend vrouwtje kwam naar ons toegelopen en zei dat ze even binnen wilde kijken. Ze liep naar de koelkast en trok vervolgens de tomaten, eieren, paprika’s en bosuien eruit: “You can’t take these with ya” “Ok, there goes our bbq tonight”. Vrouwtje: “Transporting any firewood?” (shit, hadden we nou maar ons mond gehouden over een bbq...) “Yes madamme”. “You need to go back and dump it because we don’t have any space to store it”. *Zucht*. Eerst werden we verzocht om mee te komen naar het pand zodat we onze ESTA’s in orde konden maken. Daar aangekomen leek het wel alsof we in een Amerikaanse actie serie terecht waren gekomen; Een pand vol officers met een wachtruimte met een groot “Homeland Security”-kleed (je weet wel: met zo’n grote adelaar). Ook al hadden we niets te verbergen, toch voel je je onzeker en bekeken door Big Brother Amerika. Na wat onnodig wachten moesten we wat papieren invullen, vragen beantwoorden en fingerprints achterlaten. Na ongeveer een uur moesten we dan eerst terug naar Canada om onze blokken hout te dumpen, we besloten dit bij de aardige vrouw van de wijngaarde te doen (slechts 2 minuten rijden). Weer terug naar de douane; “Please place your vehicle on the left-hand side for inspection”. *Zucht*. Hetzelfde vrouwtje kwam weer aangelopen: “That was quick, you dumped your firewood?” “Yes madamme”. Of ze ook nog even in de storage ruimtes kon kijken. *Zucht* “Sure”. Vervolgens geloofde ze ons gelukkig wel op onze blauwe ogen dat de koffers die daar ook nog lagen leeg waren. We konden nu eindelijk (1.5u later) op pad en waren weer in Amerika! Beetje jammer dat we deze vertraging op hadden gelopen, want we moesten nog 4u rijden…

Met zo min mogelijk stops zijn we zo snel als mogelijk doorgereden naar de campground, het begon namelijk al donker te worden, en in het donker rijden over nauwe, kronkelende bergweggetjes is niet heel prettig.

We hadden een wat langere, maar ook mooiere, route uit gekozen door North Cascades N.P., hier zagen we bijzondere bergen (wel wat minder hoog dan in Canada want deze hadden niet allemaal besneeuwden bergtoppen) en allemaal bomen waar het mos op de stammen hing/lag/watdanook. Wel bijzonder (en duister... volgens Jacq)!

We passeerden ook enkele grappige Western plaatsjes waar we af en toe wel móesten stoppen omdat we gedurende onze roadtrip door Zuidwest-Amerika in 2012 dit soort stadjes niet zijn tegen gekomen en het echt super leuk is om te zien dat ze wel bestaan en ook niet zo toeristisch-georienteerd zijn, maar gewoon zo zíjn.

Net voor het donker kwamen we aan op onze bestemming, snel de BBQ aan, eten (wat ook redelijk snel ging gezien de lieve douane-dame al onze groenten had ingenomen), en naar bed. Morgen rijden we verder de States in richting Seattle! Jacq vond dit stiekem ook wel een spannend plekje want ze had het idee dat hier elk moment in 't donker rode oogjes tevoor schijn konden komen wat enge beesten (of vampiers?!) konden zijn...

Zondag 7 juni 2015: Lake Country

Vandaag was een relax-dagje voor ons; we gingen wel wat kilometers maken maar we hoefden in ieder geval zelf niet achter het stuur, want we hadden immers een wine-spirit-beer tour op het programma staan voor vandaag!

We zouden pas om half 12 opgehaald worden door Liz dus hadden we de ochtend uitgetrokken voor: uitslapen en bijkomen! Desalniettemin werden we alsnog tussen 7 - 8 uur wakker maar bleven wel lekker tot een uur of 9 er in liggen. Daarna in het zonnetje ontbeten en nog even met het thuisfront gesproken.

Iets over tijd kwam Liz aangereden in haar tourbusje, we waren de enige klanten dus voor ons was het vandaag weer een privétour. Iets wat wij juist hartstikke leuk vinden, maakt het vaak net ietsje persoonlijker.

We begonnen met twee wijnproeferijen, onder andere ééntje bij Sandhill. Gelegen in het centrum van Kelowna zat deze urban-winery. Hier proefte wij Sandhill's award-winnenende wijnen. Hier proefden we 2 witte wijnen, een rosé en twee rode wijnen. Onze voorkeur ging uit naar de Sauvignon Blanc.

Vervolgens reden we iets verder downtown om bij een spirit distellery te stoppen waar ze whiskey, gin, wodka en schnapps brouwde. Dit was voor Jacq iets te sterk maar John vond dit weer erg lekker. Hij heeft hier gelijk een lekkere whiskey mee genomen voor thuis.

We reden hierna iets meer richting de haven van Kelowna en stopte daar bij een bier-brouwerij; jummie voor ons beiden! Hier mochten we uit 7 bieren 4 biertjes kiezen om te proeven; gehaaid als we zijn zorgden we dat we zn tweetjes alle 7 smaken hadden om te proeven. De biertjes waren onder verdeeld in bitterheid en in alcoholpercentage. John vond de regular het lekkerst en Jacq een zomers biertje met een ananas-twist.

Via een mooie weg langs de kust reden we langs diverse boerderijen terug richting Lake Country, we stopten onderweg nog bij Arrowleaf.

Dit is een familiebedrijf op een uitgewezen locatie; boven hun wijnvelden met een mooie picknickgelegenheid. Na een korte wijnproeverij hebben we onze favo's gekocht, voor bij de picknick werd de Pinot Gris geopend.

Liz had heerlijke kaasjes, olijven, stokbrood en nootjes voor ons meegenomen. Dit lusten we wel na al die proeverijen!

Na een laatste proeverij op een andere vineyard werden we rond 4 uur bij onze campground afgezet. Hier hebben we de rest van de middag van het zonnetje kunnen genieten, Jacq heeft zelfs nog een duik gemaakt in Wood Lake, ondanks deze erg koud was wilde ze dit wel graag gedaan hebben!

We hadden vanwege de hitte en de wijntjes niet zoveel zin om te koken dus we gooiden snel een pizza in onze oven. Daarna liepen we de haven in om daar nog een drankje te drinken op het terras. Leuk om al de bootjes en mensen te bekijken vanaf het terras. Het doet ons beide een beetje denken aan de Franse kust. Leuk hoe het toch steeds zo kan verschillen. Jacq kon de verleiding van een overheerlijke cheesecake niet weerstaan.

Morgen weer vroeg uit de veren want dan rijden we naar Amerika!!!